Vrede


  • En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden.
    Genesis 15:15
  • De HEERE zal Zijn volk sterkte geven; de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.
    Psalmen 29:11
  • Samech. Wijk af van het kwaad, en doe het goede; zoek den vrede, en jaag dien na.
    Psalmen 34:14
  • De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede.
    Psalmen 37:11
  • Schin. Let op den vrome, en zie naar den oprechte; want het einde van dien man zal vrede zijn.
    Psalmen 37:37
  • Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.
    Psalmen 119:165
  • Ik ben vreedzaam; maar als ik spreek, zijn zij aan den oorlog.
    Psalmen 120:7
  • Als iemands wegen den HEERE behagen, zo zal Hij ook zijn vijanden met hem bevredigen.
    Spreuken 16:7
  • Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede.
    Prediker 3:8
  • Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst;
    Jesaja 9:6
  • Het is een bevestigd voornemen, Gij zult allerlei vrede bewaren, want men heeft op U vertrouwd.
    Jesaja 26:3
  • En het werk der gerechtigheid zal vrede zijn; en de werking der gerechtigheid zal zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid.
    Jesaja 32:17
  • En al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn.
    Jesaja 54:13
  • Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen.
    Jesaja 55:12
  • De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede.
    Jesaja 57:21
  • Den weg des vredes kennen zij niet; en er is geen recht in hun gangen; hun paden maken zij verkeerd voor zich zelven, al wie daarop gaat, die kent den vrede niet.
    Jesaja 59:8
  • En zij genezen de breuk van de dochter Mijns volks op het lichtste, zeggende: Vrede, vrede! doch daar is geen vrede.
    Jeremia 6:14
  • Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting.
    Jeremia 29:11
  • Zie, Ik zal haar de gezondheid en de genezing doen rijzen, en zal henlieden genezen, en zal hun openbaren overvloed van vrede en waarheid.
    Jeremia 33:6
  • De ondergang komt; en zij zullen den vrede zoeken, maar hij zal er niet zijn.
    Ezechiël 7:25
  • Te weten de profeten Israels, die van Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede is, spreekt de Heere HEERE.
    Ezechiël 13:16
  • En door zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken worden.
    Daniël 8:25
  • Met stilheid zal hij ook in de vette plaatsen des landschaps komen, en hij zal doen, dat zijn vaders, of de vaders zijner vaderen, niet gedaan hebben; roof, en buit, en goederen, zal hij onder hen uitstrooien, en hij zal tegen de vastigheden zijn gedachten denken, doch tot een zekeren tijd toe.
    Daniël 11:24
  • Ziet op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften; want de Belials- man zal voortaan niet meer door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid.
    Nahum 1:15
  • Mijn verbond met hem was het leven, en de vrede; en Ik gaf hem die tot een vreze; en hij vreesde Mij, en hij werd om Mijns Naams wil verschrikt.
    Maleachi 2:5
  • Blessed are the peacemakers: for they shall be called the children of God.
    Mattheüs 5:9
  • Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.
    Mattheüs 10:13
  • Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.
    Mattheüs 10:34
  • En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, en er werd grote stilte.
    Markus 4:39
  • En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede, en zijt genezen van deze uw kwaal.
    Markus 5:34
  • Het zout is goed; maar indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken? Hebt zout in uzelven, en houdt vrede onder elkander.
    Markus 9:50
  • Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op den weg des vredes.
    Lukas 1:79
  • Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.
    Lukas 2:14
  • Maar Hij zeide tot de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede.
    Lukas 7:50
  • En in wat huis gij zult ingaan, zegt eerst: Vrede zij dezen huize!
    Lukas 10:5
  • Anderszins zendt hij gezanten uit, terwijl degene nog verre is, en begeert, hetgeen tot vrede dient.
    Lukas 14:32
  • Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!
    Lukas 19:38
  • En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden!
    Lukas 24:36
  • Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.
    Johannes 14:27
  • Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.
    Johannes 16:33
  • Allen, die te Rome zijt, geliefden Gods, en geroepen heiligen, genade zij u, en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. .
    Romeinen 1:7
  • Vernieling en ellendigheid is in hun wegen; En den weg des vredes hebben zij niet gekend. Er is geen vreze Gods voor hun ogen.
    Romeinen 3:16-18
  • Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus;
    Romeinen 5:1
  • Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede;
    Romeinen 8:6
  • En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, die het goede verkondigen!
    Romeinen 10:15
  • Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen.
    Romeinen 12:18
  • Want het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid, en vrede, en blijdschap, door den Heiligen Geest.
    Romeinen 14:17
  • Zo dan laat ons najagen, hetgeen tot den vrede, en hetgeen tot de stichting onder elkander dient.
    Romeinen 14:19
  • De God nu der hoop vervulle ulieden met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes.
    Romeinen 15:13
  • En de God des vredes zij met u allen. Amen.
    Romeinen 15:33
  • Genade zij u en vrede van God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
    1 Corinthiërs 1:3
  • Maar indien de ongelovige scheidt, dat hij scheide. De broeder of de zuster wordt in zodanige gevallen niet dienstbaar gemaakt; maar God heeft ons tot vrede geroepen.
    1 Corinthiërs 7:15
  • Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen.
    1 Corinthiërs 14:33
  • Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.
    2 Corinthiërs 13:11
  • Genade zij u en vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus;
    Galaten 1:3
  • En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods.
    Galaten 6:16
  • Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof,
    Galaten 5:22
  • Want Hij is onze vrede, Die deze beiden een gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende;
    Efeziërs 2:14, 15
  • U benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door den band des vredes.
    Efeziërs 4:3
  • En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;
    Efeziërs 6:15
  • Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn.
    Filippenzen 4:9
  • En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.
    Colossenzen 1:20
  • En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.
    Colossenzen 3:15
  • Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen.
    1 Thessalonicenzen 5:4
  • Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart.
    2 Timotheüs 2:22
  • Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal;
    Hebreeën 12:14
  • De God nu des vredes, Die den grote Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus,
    Hebreeën 13:20
  • En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen, die vrede maken.
    Jakobus 3:18
  • Die wijke af van het kwade, en doe het goede; die zoeke vrede en jage denzelven na.
    1 Petrus 3:11
  • En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht gegeven den vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven.
    Openbaring 6:4